Zo, eindelijk weer een update na een tijdje stilte. Het lukte niet eerder om een internetcafé te vinden die usb had en ook nog werkte. En als dat dan wel gelukt was, dan lukte het gewoon niet om op onze site in te loggen. Dit keer ook even wat meer tekst en achtergrondinformatie, voor de mensen die de tijd en interesse hebben om veel tekst te lezen.
Vanaf Bukittinggi zijn we op 18 januari 's morgens naar Padang gegaan met een busje. Dit keer een normale buschauffeur, dus geen busrit from hell, gelukkig. Vanaf Padang vlogen we met Air Asia naar Jakarta. De Indonesiërs waren weer erg bang dat ze niet mee mochten op de vlucht en gingen met veel ellebogenwerk en geduw en getrek te werk. Of er nou vrouwen met kinderen tussenstonden, dat maakte allemaal niet uit. Heel asociaal. De vlucht was prima en we hadden maar een klein beetje vertraging. In Jakarta aangekomen ging alles heel soepel. We hadden al snel een bus naar het treinstation gevonden en alle taxichauffeurs waren makkelijk af te wimpelen. We hadden zelfs een zitplaats achterin de bus, met onze tassen achter ons in het ruim. We waren trots op onszelf. Maar uiteraard was dat teveel van het goede en daar moest iets misgaan. Dus, we zaten nog geen kwartier in de bus en de zwarte rookwolken kwamen vanuit de achterkant naarbinnen... De chauffeur had niks door en reed rustig verder, ook al riepen mensen dat hij moest stoppen. Het grappige was dat wij allebei het beeld in ons hoofd hadden van een exploderende achterkant van de bus, alleen maakte Mark zich zorgen om onze tassen en Yvonne om onszelf... Maar goed, zowel wijzelf als onze tassen zijn in 1 stuk en helemaal heel uit de bus gekomen. Er kwam een nieuwe bus, natuurlijk geen lege, maar een bomvolle, waar wij ons bij mochten proppen. Gezellig. Verder liep het allemaal wel soepel en hadden we een luxe trein naar Solo, waar we met 2,5 uur vertraging 's morgens om 6 uur aankwamen op 19 januari. We waren trouwens blij dat we niet een ekonomi trein hadden genomen, want die zaten zo vol, dat mensen op het dak zaten. We hebben geprobeerd het op de foto te zetten, maar het ging te snel en het was te donker.
In Solo hebben we twee uur lang gezocht naar betaalbare en degelijke guesthouses met warme douche. Maar dat bleek lastig, dus werd het maar weer een shabby kamertje. Maar de koude douche werd wel lauw, dus dat scheelde weer. Vanaf Solo wilden we naar Borobodur, maar ook dat bleek lastiger dan we hadden verwacht. Je werd min of meer gedwongen om een dure tour te nemen van 70 euro per persoon. Anders moest je een auto huren van 65 euro per dag, plus entree van 11 euro per persoon = ook veel. Brommers verhuren daar deden ze niet aan. En met openbaar vervoer waren we als we geluk hadden 12 uur onderweg om daar 2 uur te zijn en dan moesten we nog maar zien dat we ook dezelfde dag weer terug konden komen. We vonden het een beetje idioot veel gedoe allemaal en ook best veel geld, gezien ons budget. Dus ook al waren we erg teleurgesteld en baalden we heel erg dat we Borobodur moesten missen, toch besloten we ons geld te sparen, voor een wat duurder tripje in Kalimantan. Daar wilden we naar een natuurpark met Orang Oetangs en daar sponsoren we ook nog eens een erg goed doel mee. Dat vonden we dus een beter plan.
Verder krijgen we veel vragen over hoe de mensen op ons reageren. Dat is een beetje wisselend. Overal worden we bekeken alsof we een nieuwe apensoort zijn. Meestal worden we door met name kinderen begroet met "hello mister", ze weten het verschil niet tussen vrouwelijk en mannelijk in het Engels. Vaak zijn we ook de enige buitenlanders in de stad, want het gaat treurig slecht met het toerisme hier in Indonesie. Daardoor zijn de prijzen ook een stuk hoger dan we hadden begroot. Verder reageren veel kinderen op Mark door te giechelen en te wijzen of hun moeder aan te stoten met "mama, moet je nou kijken". Dat gaat dan waarschijnlijk vooral om zijn neus- en oorringen. Op Yvonne wordt ook hier, net als in Thailand, vooral op haar haren gereageerd. In Toba vooral riepen mensen haar echt achterna met complimenten. Maar het grappige is vooral dat sommige mensen denken dat ze half Indonesisch is, of familie hier heeft of minstens een Aziatisch gezicht heeft. Dat mensen dat in Nederland wel eens vragen, oke, maar hier als Indonesiër zijnde, levend tussen andere Indonesiërs en Aziaten, zou je toch moeten kunnen zien dat Yvonne daar niet op lijkt. In Solo waren de blikken van met name groepen jongeren niet altijd positief en hing er soms een wat agressieve sfeer. We hebben ons niet onveilig gevoeld, maar zeker ook niet altijd op ons gemak. We werden soms uitgelachen, belachelijk gemaakt of dingen toegeschreeuwd. Veel mensen spraken geen Engels, wat de communicatie erg lastig maakt, omdat ons Indonesisch niet verder gaat dan een paar woorden uit onze lonely planet. We hadden vaak het idee dat ze ons ook niet wilden begrijpen, want ook al probeerden we wat Indonesisch, dan lag de klemtoon verkeerd en snapten ze het niet. Of we beeldden een brommer uit met geluid en ze keken ons glazig aan. Het leek alsof je eerst moesten zwaaien met flappen geld voor ze behulpzaam en vriendelijk wilden zijn. De mensen die wel Engels praten willen dat graag oefenen met ons. Dan blijkt dat ze niet begrijpen dat we geen geloof hebben en niet getrouwd zijn. Ze snappen ook niet dat we bruin willen worden van de zon. Hier smeren ze witmakende cremes op hun huid, want die getinte huid, die vinden ze wel zo erg.
Maar goed, gelukkig ontmoeten we ook hele vriendelijke mensen hier. Dat was vooral erg fijn toen we een dokter nodig hadden (dat was nu net op Kalimantan), want Mark heeft zijn trommelvlies gescheurd. Het doet geen pijn en hij kan nog steeds horen, dus het is niet heel ernstig. Maar het is vooral lastig, want hij mag er geen water in krijgen. Hij heeft zijn holtes verstopt en als die leeg zijn dan moet het vanzelf weer overgaan. We zullen in Maleisië, voor we naar het strand gaan waarschijnlijk nog een keer een dokter moeten bezoeken om het te laten controleren. Maar gelukkig was er toen een supervriendelijke Indonesische eigenaar van ons guesthouse die ons naar een dokter bracht die hij kende en voor ons vertaalde, medicijnen regelde en zelfs toen we twee uur later nog eens terug moesten komen, nog eens meeging. Dus dat was erg fijn, want dat hadden we zelf niet zo makkelijk kunnen doen.
Verder over Solo, dat was een treurige, deprimerende stad, of zoals een Engelse mevrouw het noemde: "It's not very sophisticated". We hebben er wel het paleis (of eigenlijk kasteel) van de prins bekeken. Dat was wel heel leuk, vooral omdat we een gids had die veel kon vertellen over het Javaanse geloof.
Zo, nu eerst maar weer wat fotootjes.

Onze vulkaan in Bukittinggi nog een keer, nu met rokende krater.

Vanaf Bukittinggi zijn we nog een dag naar Danau Maninjau geweest. Er was niet veel te doen, maar het meer was mooi.


De smeulende motor van de bus vanaf Jakarta airport. Onze medepassagiers moesten wel lachen dat wij daar een foto van gingen maken.

Ons adembenemende uitzicht in Solo.

In het paleis van de prins stond dit geweldige beeld, uitgehouwen uit een olifantentand. Het was een gift van de prins van Bali en de kunstenaar had er een hele geschiedenis in afgebeeld. Hij was er 32 jaar mee bezig geweest en het was echt onwijs mooi gedetailleerd.

Een klein stukje van dichtbij.

Het hoogtepunt uit onze reis volgde kort daarna. We gingen met de Pelniboot van Semarang (Java) naar Banjarmasin (Kalimantan). De boot was best duur, maar het was weer eens wat anders, dachten we. Zo'n grote boot, van zo'n grote maatschappij, dat zal wel goed zijn. We konden ook nog kiezen voor een ferry, maar dat vertrouwden we niet zo. We wisten alleen dat we "stoelen" zouden krijgen en een cabine. We hadden ons op het ergste voorbereid, maar dit hadden we toch niet kunnen bedenken. Het was gewoon een kussen op de vloer! En dan met een paar honderd mensen in 1 grote ruimte, strak naast elkaar. Het ergste was dat de golven ook erg hoog waren en het schip niet zo stabiel als we hadden verwacht van zo'n groot schip. En we zaten daar toch echt 24 uur vast!! We vertrokken om 6 uur 's avonds, op 22 januari. We dachten dat we misschien eten zouden krijgen, bij de prijs inbegrepen, of anders dat we wel eten zouden kunnen halen, want er was een winkel en restaurant aan boord. Maar toen we net vertrokken waren vroeg een mannetje van de boot aan ons: "Hebben jullie al gegeten? Nee? Oh, nou morgenvroeg is er ontbijt". Grrr. Er was ook een moskee aan boord en ze hadden ook aan ons gedacht, want overal op de boot hingen luidsprekers, zodat wij ook mee konden genieten van het prachtige Arabische gezang. Vooral de 4 uur 's ochtends-editie is echt een aanrader voor iedereen...Na een vreselijke nacht hebben we vanaf 6 uur 's morgens maar op het dek gezeten, daar konden we allebei overleven. Daar konden we meteen onze bruin/rode kleuren bijwerken. En zo kwamen we op 23 januari om 19:00 uur 's avonds,
Zuid-Kalimantantijd, aan op Banjarmasin.
|