Vrijdag 21 april zijn we naar Jiufen gegaan, een dorpje in het noorden van Taiwan. Het dorpje staat bekend om zijn theehuisjes, waar je zelf thee kan maken. Dat is ons niet helemaal gelukt, want ze spraken geen Engels en begrepen ons niet helemaal. We hebben wel thee gedronken, maar gewoon uit een kant-en-klare pot en dat was niet heel bijzonder. Verder was er een enorme straat die helemaal volzat met souvenirshops. En er waren wat leuke uitzichtpuntjes, omdat het dorp tegen een berg aanligt.

Het uitzicht vanaf Jiufen op zee, met voor de kust een enorme tanker.

Zaterdag 22 april hebben we door allerlei uithoeken van Taipei gereden en gelopen. En 's avonds zijn we naar Snake Alley, een night market, geweest. Zoals de naam zegt staat het bekend om de slangen die er geshowd worden en vervolgens worden verwerkt in gerechten en zogenaamd geneeskrachtige drankjes. De markt zelf stond vooral vol met snackkraampjes, waar we wat van geprobeerd hebben en wat wel heel leuk was.

Deze man liep nogal agressief te schreeuwen in het Chinees. Voor ons was er dus niks van te maken, wat wel jammer was, want we waren eigenlijk wel benieuwd wat hij allemaal vertelde. Maar hij smeet wat glazen op tafel en vulde die met een drankje, waarbij hij toeschouwers leek uit te dagen om het op te drinken. Hij wees wat op de menukaart, waar dus slang in was verwerkt en deed er erg lang over om deze cavia aan de python (die niet erg hongerig leek) te voeren. We hebben niet eens op dat moment gewacht, want het duurde allemaal erg lang en het was een beetje een naar mannetje, vonden wij. Er waren nog wat andere slangenshows, maar nergens mocht je foto's maken. Het viel ons wel mee, er werden geen slangen levend gevild, maar ze stonden wel op sterk water of hingen aan een touw met een bloederige snee in hun buik. Beetje sneu "vermaak" vonden we het.

Zondag en maandag hebben we wat gerelaxed en gewacht tot de regen op zou houden. We wilden namelijk naar Shihfen, waar de breedste waterval van Taiwan te vinden is. Maar het weer werd niet beter, dus zijn we dinsdag 25 april toch maar gewoon gegaan, ondanks de regen.

De bergen hingen weer in spookachtige witte wazen.

Dit is de "glass-eye" waterval.

Hier was de rivier nog mooi groen, toen we terugliepen was hij al helemaal bruin van de modder die meekwam met de regenstroom. Waar de rivier lijkt op te houden, gaat het water recht naar beneden, in de Shihfen Pupu (= waterval).

De brug die we over moesten naar de waterval.

Over de rosten liep nog een pad naar een Boeddhabeeld. We moesten betalen om het park bij de waterval in te mogen en wij dachten na het zien van de eerste waterval dat we nog verder moesten lopen, omdat er een tweede, nog grotere zou moeten zijn volgens de lonely planet. Dus we zijn dat hele pad met glibberige rotsen afgelopen, maar uiteindelijk kwamen we erachter dat de waterval die we hadden gezien het toch geweest was, want er was geen andere. De glass-eye waterval, die vóór het betaalde gedeelte lag, was de eerste, en de enige waterval die in het betaalde park lag was de Shihfen Pupu.  

Dit is 'em dan, de Shihfen Pupu, van 40 meter breed. Op de foto lijkt hij eigenlijk indrukwekkender dan in het echt. Het leek ook helemaal geen 40 meter, maar dat zal het vast wel zijn. Het was best mooi, dat wel.

Het uitzicht op de waterval vanaf de plek waar Boeddha stond.

Daarmee eindigt meteen onze reis in Taiwan. Donderdag 27 april vliegen we om 22:00 's avonds lokale tijd naar Auckland, waar we als het goed is om 13:00 uur 's middags zullen aankomen.