Vanaf Kuching hebben we een dagtrip naar Gunung Gading gedaan om de Rafflesia te bekijken. Hij stond er erg mooi bij, dus we hadden geluk. We spraken net nog mensen die hem vandaag hebben bekeken en inmiddels is het niet veel meer. Zo'n bloem heeft negen maanden nodig om tot bloei te komen en drie dagen na de bloei begint het rottingsproces alweer.


Om een idee te geven hoe groot die bloem echt is...

We hebben daarna het park nog een stukje doorgelopen. Het park was niet heel indrukwekkend en de paden vrij lastig beloopbaar en megasteil. De watervallen waren wel leuk.

Maandag 13 februari zijn we naar Bako national park gegaan, waar de foto hierboven is genomen op Tanjung Kecil. Dat is een erg mooi park, waar je met behulp van een kaartje zelf rond kan lopen. Paden zijn goed onderhouden en staan goed aangegeven. Je kunt zelf bepalen of je een trekking van een half uur of van 8,5 uur wil doen. We hebben dus drie dagen flink gelopen en gezweten in de bloedhete jungle, tot de blaren en vellen aan onze voeten hingen. Maar het was het waard, want het is er zo mooi! Er is vanalles te vinden, van jungle, tot stranden, rotsen en open zandvlaktes. Het beste is dat het ook allemaal erg goed betaalbaar is. Er is zelfs een restaurant en minimarktje bij, met hele redelijke prijzen. Het eten was een buffet met kip, groente, rundvlees, vis, ei, rijst en mie waar je zelf op kon scheppen en dan werd via een onnavolgbare manier een prijs bepaald die meestal rond 1 euro lag voor een bord vol. We hadden een kamer die eigenlijk een dorm voor 4 personen was, maar wij hadden heel decadent de hele kamer afgehuurd, haha.

Natuurlijk kwamen we weer een leuk beestje tegen.

Deze grappige beestjes heten mudskippers en die springen over het water heen.

Bij ons kamp zaten vooral rond etenstijd veel vervelende makaken die heel agressief konden doen. We hebben echt een keertje weg moeten rennen voor ze, omdat ze middenop het pad zaten en ons er niet door wilden laten :). De deur en ramen van ons huisje moesten dichtblijven anders kwamen ze alles wegjatten. Het waren hele sneaky beestjes die echt ineens vanuit een hoekje tevoorschijn konden springen en zo ook een gebakken ei van ons bord hebben gegrist. Sindsdien zaten wij dus niet meer aan de rand van het terras... Maar van een afstandje zagen ze er wel heel schattig uit.

Er liepen ook veel baardzwijnen rond het kamp. Dat waren hele tamme beesten waar je dichtbij kon komen. Ze zien er wel heel stoer uit.

Vanaf een uitkijkpuntje konden we het strand bij ons kamp van bovenaf bekijken. Als het eb was, was het een eindeloos strand en met vloed stond het water tot bij het begin.

Hetzelfde uitzichtpunt, maar ander perspectief.

Deze termieten liepen overal in lange dikke sporen. Als ze op de leuning van een brug lopen, moet je je daar niet aan vasthouden, want dan kunnen ze gemeen bijten...

Deze vrolijke spin kwamen we tegen tijdens een wandeling naar een mangrovebos. Op de foto is het niet goed te zien, maar hij was zo groot als een hand.

We zagen ook dit soort mooie junglebloemetjes.

Op andere plekken stonden vleesetende planten, in verschillende varianten.


Het pad stopte ineens in het mangrovebos, waar ook zeewater komt als het vloed is.

Uit de grond komen allemaal "spikes", wat er wel vreemd utiziet.

En dan kijk je omhoog als je in de jungle loopt, en dan zie je dit... Maar je moet wel oppassen, want er kunnen enorme kokosnoten en soms hele takken met hoge snelheid naar beneden komen.

Bij ons kamp kwamen ook zwarte langoeren, maar die kwamen niet voor ons eten, die lustten alleen blaadjes van een boom. Ze zijn een stuk hariger, groter, zwarter en minder agressief. Ze hebben hele grappige zwarte gezichten.


We hebben veel geluk gehad met het weer, want we hebben drie dagen geen druppel regen gezien. Toen het bij ons kamp regende, zaten wij aan de andere kant van het park op een strandje en zagen wel wolken en hoorden wat onweer, maar bij ons was het mooi. Dat is het handige van plaatselijke buien. Zo konden wij dus ook een mooie zonsondergang bekijken vanaf het strand bij ons kamp.




Overal op het strand liepen grappige kleine krabbetjes, met en zonder schelp. We hebben hard gezocht naar zijn grotere broer, maar daarvan hebben we alleen een leeg schild aangespoeld gevonden.

Op sommige plekken liepen deze krabben met maar 1 schaar. Die schaar is zo uit verhouding dat die beestjes erg leuk zijn om te zien bewegen. Ze wapperen wat met die schaar in het rond naar elkaar en knippen wat in de lucht.



De heftigste wandeling die we hebben gedaan liep naar dit strand, wat helemaal verlaten was, op wat apen na. We waren begonnen met lopen voordat de zon op was, zodat het nog redelijk koel was (29 graden). Het was een erg mooi strand, helemaal tussen rotsen en jungle, maar met eb enorm groot. We hebben in het water een groepje beesten gezien met koppen als slangen, maar wat het nou precies waren hebben we niet goed kunnen zien, waarschijnlijk watervaranen.We durfden er niet goed naartoe te zwemmen, je weet het hier nooit...

Een watervalletje in de jungle.

Het harige bolletje wat hierboven hangt is een vliegende kat, of flying lemur. Hij lijkt een beetje op een eekhoorn, maar dan zonder staart en met huid tussen zijn poten waar hij mee kan zweven tussen bomen. Hij slaapt overdag en gaat 's nachts op pad, maar het werd te donker om hem nog op de foto te zetten. We hebben hem nog wel een stukje zien lopen over de boom, met een kleintje. Maar het was lastig te zien zo in het donker. Een bizar en zeldzaam beest in ieder geval.

Deze kleine eekhoorntjes sprongen vaak tussen de bomen.

Bij het strand staan mooie rotsen, waar door ijzeroxidatie allemaal verschillende kleuren en patronen op zijn ontstaan.
We zijn nu weer terug in Kuching en gaan nu een beetje rondkijken hoe we verder gaan reizen. We willen misschien nog naar wat nationale parken in Sabah, maar zoals het er nu naar uitziet lukt dat niet voor weinig. Dus we gaan maar eens even bij een toeristen bureau informatie vragen.
|