Dinsdag 20 december was het dan toch zover: De driedaagse jungletrekking! Na een uitstel van 2 dagen vonden we het tijd om te gaan. De mensen van het guesthouse maakten er al geintjes over: are you sure?
De avond ervoor hadden we de vier Nederlanders ontmoet die met ons mee zouden gaan. Het waren allemaal jonge mensen, dus het leek ons wel een gezellig groepje, en dat was het ook.
We vertrokken rond half tien 's morgens en de eerste stop was deze waterval.
Het was nogal een toeristische plek en de groepen toeristen liepen dan ook gezellig door elkaar. We probeerden ze een beetje voor te blijven, maar dat lukte niet echt. De gids riep nog enthousiast dat we wel mochten zwemmen, maar zo warm was het water niet, dus we hebben het bij een fotootje gehouden en zijn toen snel verder gereden. Weg bij alle toeristen...
Na een pittige wandeling van 2 uur, zonder rustpauze, kwamen we aan bij een bergdorpje. De wandeling was voor Yvonne net iets te pittig geweest, omdat het allemaal zeer steil (bijna recht) heuvelaf was en dat kostte nogal wat kracht van de knieën en bovenbenen. Dat maakt op zich nog weinig uit, maar Yvonne stond vanaf het begin al te trillen op haar benen. Dat kwam deels door de tocht in het busje vooraf. Dat ging bergop hobbeldebobbel, schud shake. Allebei waren we daar wat misselijk van geworden. Daar kwam nog bij dat Yvonne eigenlijk nog niet helemaal beter was en doordat er geen rustpauze was had ze ook niet veel gedronken. Dus al met al was zij niet zo blij toen ze in dat bergdorp was... Maar goed, het was wel heel mooi. Met wat extra ors (zout en suiker) ging het al snel wat beter. Hierboven kun je zien waar we later aan het kampvuur zaten. Het was wat frisjes in de bergen, zeker 's nachts toen we sliepen in een tochtig hutje. Niet echt voor te stellen dat mensen daar echt kunnen leven...Zo ver van de bewoonde wereld, zonder een normaal begaanbare weg in de buurt. We vroegen hoe ze dan daar al die grote planken en golfplaten voor de hutjes hadden gekregen. Dan helpt dus iedereen uit de dorpjes in de buurt en sjouwen ze 1 voor 1 die dingen naar dat dorp...
Zo wonen die mensen daar dus happily ever after...
En zo zag onze slaapplaats eruit. Een hele handige klamboe, met grote gaten, om het de muggen wat makkelijker te maken. Op de achtergrond zie je onze Mr. Guide. Aan de zijkant staat een groepsgenoot.
Onze superdeluxe sanitaire voorziening. Toilet annex wasbak annex douche (de emmer ernaast). Een koude douche, dat wel...
Na een lekker ontbijtje de volgende dag en een koude nacht op een heerlijk harde ondergrond, vertrokken we met frisse moed op een wandeling die twee keer zo lang zou duren als die van de vorige dag. Yvonne zag er wat tegenop, na de ervaring van de vorige dag. Maar Mark was vastbesloten om er voor te zorgen dat Yvonne op tijd iets zou eten en drinken en we hadden alvast een fles water met ors gevuld. Het ging verbazingwekkend goed met Yvonne ineens en het lopen was een eitje! Dit keer hielden we ook ons eigen tempo aan en lieten ons niet haasten door anderen, die daar heel blij mee bleken, want die wilden ook ons tempo aanhouden. Gelukkig maar. Ook de hoogtes maakten voor Yvonne niks meer uit. Ravijnen, randjes, steile hellingen, een echte berggeit.. Maar we zagen ook andere leuke diertjes onderweg, zoals deze handig gecamoufleerde vlinder. Onze gids vertelde er vanalles over. Over vruchten die je in het bos vindt, en planten waar zeep in zit en waarmee je bellen kunt blazen, erg interressant allemaal!
We liepen steeds midden door de jungle en zagen veel bamboe, maar ook bananenbomen zoals hierboven. Die groeien waar de bergvolken een tuin hebben gemaakt. Dit was een oude tuin, waar ze dan vanalles laten groeien zodat de grond weer vruchtbaarder wordt.
Aan het einde van de wandeling zagen we vanaf het pad al de olifanten. Ze zaten allemaal in een kamp, waar ze verzorgd worden door persoonlijke verzorgers, die ze trainen.
Voordat we op ze gingen rijden werden ze eerst even gewassen, zodat er geen stof of zand onder het stoeltje op hun rug komt te zitten. Dat wassen leken ze helemaal niet erg te vinden...
En dan is het olifantje nat! Zo gaaf om die beesten zo dichtbij te zien! Ze voelen ook heel raar, heel stug met hele harde stekels. En ze stonken helemaal niet.
De rit was erg, erg leuk. Je moest je goed vasthouden, zeker bergop of af. Foto's maken onderweg was wat lastig, want het hobbelde natuurlijk nogal. Het was wel heel leuk om een keer te doen en we hadden ook wel het idee dat die beesten wel goed verzorgd worden en niet geslagen of iets dergelijks. Wij liepen voorop met onze olifant, wat heel leuk was voor de mensen achter ons. Want die van ons was steeds aan het poepen, dus alleen van de geur vielen ze achter ons al bijna van hun olifant... Wij hadden nergens last van :D.
De olifanten brachten ons tot vlakbij het volgende bergdorpje. Daar waren allemaal kleine zwijntjes, dus die moesten ook even op de foto.
Vanuit ons hutje daar hadden we dit uitzicht. Niet verkeerd, toch? Het dorpje vonden wij wat gezelliger dan het eerste dorpje, ook de hutjes zagen er wat leuker uit. We waren de enige toeristen, dus dat was helemaal leuk. Verder was het net zo primitief, maar wel heel mooi.
Tussen al dat groen zie je dan ineens zo'n knalrode plant staan. Dan lijkt dat rood ineens nog roder.
Een indruk van het dorpje. Met een erg creatieve zelfgemaakte hangbrug over de rivier.
Achter de hutjes groeiden deze lekkere banana's.
's Avonds bakte onze gids knapperige koekjes voor ons bij het kampvuur. Erg gezellig en lekker ook. De man op de voorgrond had net onze bamboeraft in elkaar geknoopt met touwtjes van bamboe. Daarop gingen we de volgende dag over de Mae Teng rivier raften.
En zo zien die vlotjes er dan uit. Ons vlot bleek niet stevig genoeg voor ons allemaal, dus daar moesten nog snel wat bamboepalen aan vast gemaakt worden (de groene). Je kunt zien dat de achterste breder is dan de voorste. Op de drie stokken werden onze tassen gebonden. Daar zaten "waterdichte zakken" in, alias een plastic tasje, waar we onze spullen in moesten doen. We geloofden niet echt dat dat veel water tegen zou houden en niet iedereen geloofde dat het vlot de tocht überhaupt zou overleven. Heel even was het nog spannend, toen we op een steen botsten en het hele vlot scheeftrok. Maar behalve dat we af en toe bijna zonken, bleven de spullen redelijk droog. Het was wel koud, want het was bewolkt. En foto's maken onderweg was er niet bij, want we werden zelf behoorlijk nat. Maar het was een leuke tocht.
Nu zijn we weer terug in Chiang Mai. Morgen gaan we eens kijken wanneer we een bus kunnen pakken naar Pai. Misschien wordt het alsnog ergens anders naartoe, want we zagen op de kaart dat we al wel dicht bij Pai in de buurt zijn geweest. Dus misschien is het leuker om nog een ander gebied te bekijken. Daar gaan we even een dagje over nadenken. Tijd zat.
|